• Di, wo, vrij9:00 - 18:00
  • Donderdag9:00 - 21:00
  • Zaterdag9:00 - 17:00
Vragen? bel 058 - 212 90 88

Algemene voorwaarden Fietsverhuur

Algemene verhuurvoorwaarden Jan Terpstra Cycling World – Fietsverhuur Leeuwarden

Deze Algemene Voorwaarden van BOVAG Fietsbedrijven zijn tot stand gekomen in overleg met
de Consumentenbond en de ANWB in het kader van de SER Coördinatiegroep
Zelfreguleringsoverleg (CZ) en treden in werking per 1 mei 2016.

DEFINITIES
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
fiets: een twee- of meerwielig voertuig dat wordt aangedreven door spierkracht via pedalen
en dat een snelheid heeft van maximaal 25 km/uur inclusief de accessoire(s) die worden
gehuurd;
huurder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die als huurder de huurovereenkomst sluit;
verhuurder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon lid van BOVAG Fietsbedrijven die als
verhuurder de huurovereenkomst sluit;
consument: de huurder die een natuurlijk persoon is en de huurovereenkomst heeft gesloten
voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen;
schade van de verhuurder: de vermogensschade die verhuurder lijdt als gevolg van:
beschadiging (inclusief abnormale slijtage) of vermissing van de fiets, of van toebehoren (zoals
een sleutel), of van fietsonderdelen. Tot deze schade behoren onder meer de kosten van
vervangen van (toebehoren en onderdelen van) de fiets en het derven van huurinkomsten;
berijder: de feitelijk bestuurder van de fiets;
schriftelijk: in geschrift of elektronisch.

Artikel 1 – Toepasselijkheid
Deze algemene voorwaarden gelden voor huurovereenkomsten van fietsen tussen verhuurder
en huurder.

Artikel 2 – Het aanbod

  1. Huurder mag kiezen of verhuurder een aanbod schriftelijk of mondeling doet.
  2. Een aanbod mag herroepen worden als het aanbod afhankelijk is van de beschikbaarheid
    van een fiets. Anders kan het aanbod 14 dagen lang niet herroepen worden. Het aanbod
    kan direct na uitbrengen worden aanvaard.
  3. Het aanbod bevat een volledige en nauwkeurige omschrijving van:
    • de fiets;
    • de huurtermijn;
    • de huursom;
    • de wijze van betalen;
    • de mogelijk bijkomende kosten;
    • de hoogte van het eigen risico, of dit eigen risico kan worden afgekocht of niet de eventuele waarborgsom of andere manier van het stellen van zekerheid. Deze waarborgsom bedraagt maximaal €100,- en kan contant of per pin worden betaald;
    • het feit dat aanvaarding van het aanbod niet vrijblijvend is.
  4. In het aanbod staan de openingstijden van het bedrijf en het telefoonnummer waarop het bedrijf te bereiken is.
  5. Bij het aanbod zitten deze algemene voorwaarden. Lukt het niet deze mee te geven bij het aanbod, dan worden de algemene voorwaarden in principe bij het sluiten van de overeenkomst meegegeven, maar bij een telefonisch gemaakte huurafspraak volgen ze later.

Artikel 3 – De overeenkomst

  1. De overeenkomst komt tot stand door aanvaarding van het aanbod. De verhuurder
    bevestigt de mondelinge overeenkomst schriftelijk, maar als dat niet gebeurt, blijft de
    afspraak wel staan.
  2. De huurovereenkomst geldt voor de periode en het tarief zoals op de huurovereenkomst
    staat of zoals op een andere manier overeengekomen.

Artikel 4 – Ontbinding (bedenktijd)
Huurders hebben gedurende 14 dagen na het tot stand komen van de huurovereenkomst een
ontbindingsrecht. Dit geldt niet als de huurovereenkomst is gesloten in direct contact tussen
verhuurder en huurder binnen een verkoopruimte, bijvoorbeeld aan de verhuurbalie. Het geldt
ook niet wanneer de huur met instemming van de consument tijdens de bedenktijd al is
uitgevoerd en de consument heeft ingestemd met het feit dat er geen ontbindingsrecht geldt.
Is de huur tijdens de bedenktermijn met instemming van de consument gedeeltelijk
uitgevoerd, dan geldt dat de consument de dienst naar rato betaalt bij ontbinding tijdens de
bedenktijd.

Artikel 5 – De prijs en de prijswijzigingen

  1. De huursom en eventuele bijkomende kosten worden vooraf overeengekomen. Dit geldt
    ook voor de eventuele mogelijkheid om tussentijds de prijs te kunnen veranderen. De
    huursom komt duidelijk op de huurovereenkomst te staan.
  2. Als binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst een prijswijziging optreedt,
    heeft deze geen invloed op de afgesproken prijs.
  3. De consument mag de overeenkomst ontbinden als de prijs omhoog gaat ná drie maanden
    na het sluiten van de overeenkomst, maar voordat de huurperiode is begonnen.
  4. Het tweede lid is niet van toepassing op prijswijzigingen die uit de wet voortvloeien, zoals
    een verhoging vanwege btw.
  5. Alleen kosten die afgesproken zijn, kunnen aan huurder in rekening worden gebracht. Wel
    moet de huurder als daar een reden voor is aan de verhuurder schadevergoeding betalen.

Artikel 6 – De huurperiode en de overschrijding van de huurperiode

  1. Huurder moet de fiets uiterlijk op de dag en tijd waarop de huurperiode eindigt
    terugbrengen. Het adres staat op de huurovereenkomst. Is er een ander adres afgesproken,
    dan moet de fiets daar op tijd worden gebracht. Verhuurder moet de fiets, tijdens
    openingstijden, in ontvangst nemen.
  2. De huurder mag de fiets slechts met toestemming van de verhuurder buiten openingstijden
    of op een ander adres terugbrengen.
  3. Komt de fiets niet volgens afspraak terug na het einde van de (eventueel verlengde)
    huurperiode, dan kan de verhuurder de fiets onmiddellijk terugnemen. De contractuele
    verplichtingen van de huurder blijven bestaan tot het moment dat de fiets aan de
    verhuurder terug is gegeven.
  4. Als huurder de fiets niet op tijd inlevert, mag de verhuurder de huurder 20% van de
    daghuurprijs in rekening brengen voor elk uur dat de fiets te laat terug komt. Na
    overschrijding met vijf uur kan per dag tot 1½ keer de daghuurprijs in rekening worden
    gebracht. Daarnaast kan de verhuurder om een vergoeding voor schade vragen, zowel voor
    schade die bestaat, als voor schade die nog zal volgen. Als het onmogelijk is en blijft de
    fiets terug te geven, dan wordt geen hogere huurprijs in rekening gebracht. De verhoging
    van de huurprijs geldt niet als huurder aantoont dat de overschrijding van de huurtermijn
    het gevolg is van overmacht.

Artikel 7 – Annulering
Als een overeenkomst wordt geannuleerd door de huurder, dan kan de verhuurder de
volgende annuleringskosten in rekening brengen:

  • bij annulering tot de 30e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: de aanbetaling met een
    maximum van 10% van de huursom;
  • bij annulering vanaf de 30e dag (inclusief) tot de 7e dag (exclusief) voor de dag van verhuur:
    30% van de huursom;
  • bij annulering vanaf de 7e dag (inclusief) tot de 3e dag (exclusief) voor de dag van verhuur:
    50% van de huursom;
  • bij annulering vanaf de 3e dag (inclusief) tot 1 dag (exclusief) voor de dag van verhuur: 90%
    van de huursom;
  • bij annulering vanaf minder dan 1 dag voor de dag van verhuur: de volle huursom.

Artikel 8 – Betaling

  1. Bij het begin van de huur kan de verhuurder om betaling van een waarborgsom vragen.
  2. Zodra de fiets is ingeleverd betaalt de verhuurder de waarborgsom terug. De verhuurder
    kan de dan nog openstaande kosten verrekenen.
  3. In geval van schade van de verhuurder wordt dit ook met de waarborgsom verrekend. Dit
    terugbetalen zal plaatsvinden zodra duidelijk is welk bedrag er over is. Het terugbetalen
    gebeurt zeker binnen twee maanden.
  4. Als een andere persoon schade van verhuurder heeft veroorzaakt en verhuurder heeft van
    deze derde een volledige schadevergoeding hiervoor gekregen, dan wordt de waarborgsom
    binnen 14 dagen na het verhaal van de schade terugbetaald. Verhuurder zal zich inspannen
    om schade veroorzaakt door derden zo spoedig mogelijk te verhalen. Verhuurder houdt de
    huurder op de hoogte van zijn inspanningen.
  5. Als de huurperiode binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst begint, dan kan de verhuurder vooruitbetaling tot 50% van de huur vragen. Tenzij anders is overeengekomen, moet de huursom onmiddellijk na afloop van de huurperiode betaald worden. Andere bedragen dienen betaald te worden binnen tien dagen na ontvangst van de factuur. De huurder dient het verschuldigde bedrag te betalen vóór het verstrijken van de betalingsdatum. Doet hij dat niet, dan zendt de verhuurder na het verstrijken van die datum een kosteloze betalingsherinnering en geeft de huurder de gelegenheid binnen veertien dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering het openstaande bedrag alsnog te betalen. Als na het verstrijken van de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, is de verhuurder gerechtigd rente in rekening te brengen vanaf het moment van verzuim. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente. Door een partij te maken gemaakte gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten om betaling van een schuld af te dwingen, kunnen aan de wederpartij in rekening worden gebracht. De hoogte van deze kosten is onderworpen aan (wettelijke) grenzen. Daarvan kan in het voordeel van de huurder worden afgeweken.

Artikel 9 – Verplichtingen huurder

  1. De huurder moet netjes met de gehuurde fiets omgaan en zorgen dat hij de fiets gebruikt
    zoals dat bedoeld is. Hij moet bijvoorbeeld netjes omgaan met de oplader en regelmatig
    opladen. Het is verboden om de fiets te gebruiken op een circuit, of op een terrein
    waarvoor de fiets niet geschikt is. De fiets moet altijd op slot gezet worden met de sloten
    die zijn meegegeven, zoveel mogelijk aan een vast object.
  2. Huurder moet de fiets inleveren in dezelfde staat als hij de fiets heeft ontvangen. Dat
    betekent bijvoorbeeld dat de huurder eventuele veranderingen aan de fiets ongedaan moet
    maken. Huurder heeft geen recht op vergoeding als hij verbeteringen aan de fiets heeft
    gedaan die verwijderd moeten worden.
  3. Huurder moet de bagage op de fiets zorgvuldig vastmaken. Er mogen geen volwassenen
    achterop, alleen kinderen in een kinderzitje.
  4. Huurder moet er op letten dat niet iemand de fiets gebruikt die hiertoe niet in staat is
    vanwege een lichamelijke of geestelijke beperking.
  5. Huurder mag de fiets niet doorverhuren.
  6. Huurder mag niet met de fiets naar andere landen, behalve België en Duitsland. Als de
    verhuurder dit in een schriftelijk afspraak anders regelt, mag de fiets in overeenstemming
    met die afspraak ook naar die andere landen toe.
  7. Als de fiets kapot is, geldt artikel 10 lid 1 en mag de huurder er niet mee doorfietsen als
    dit het erger maakt.
  8. Huurder is verplicht om de personen die hij de fiets laat gebruiken te wijzen op de regels
    van de verhuur en er op te letten dat deze zich hier ook aan houden.
  9. Huurder moet netjes omgaan met de sleutels van de fiets.

Artikel 10 – Instructies voor de huurder

  1. Is de fiets zichtbaar kapot, heeft de fiets iets beschadigd, of raakt de fiets vermist, dan
    moet huurder deze instructies opvolgen:
    • huurder informeert de verhuurder hierover;
    • huurder doet dat wat de verhuurder aan hem vraagt;
    • huurder geeft uit eigen initiatief of in reactie op een verzoek alle inlichtingen en relevante documenten aan de verhuurder of aan diens verzekeraar;
    • huurder laat de fiets zo achter, dat deze behoorlijk beschermd zal zijn tegen beschadiging of vermissing;
    • het kan zijn dat verhuurder schadevergoeding van iemand anders wil vragen. Het kan ook voorkomen dat een derde persoon vindt dat verhuurder hem een schadevergoeding moet betalen en dat verhuurder hier tegen in wenst te gaan. In dit soort gevallen moet huurder meewerken.
  2. . Bij vermissing van de fiets is huurder verplicht melding te doen bij de politie ter plaatse.

Artikel 11 – Verplichtingen verhuurder

  1. Op het moment dat de verhuurder een (elektrische) fiets aan huurder meegeeft dan heeft
    deze de overeengekomen accessoires en specificaties en ook de in Nederland verplicht
    gestelde uitrusting. Ook zal de fiets schoon zijn, goed onderhouden zijn en (voor zover bij
    verhuurder bekend of kenbaar) in technisch goede staat. Bij een elektrische fiets is de accu
    volledig opgeladen.
  2. Huurder krijgt kosteloos een upgrade als er geen fiets kan worden meegegeven uit de
    afgesproken categorie. Zo’ n upgrade lukt niet wanneer de overeengekomen fiets zich al in
    de hoogste categorie bevindt.
  3. Op de huurovereenkomst staan telefoonnummers waar huurder zich binnen en buiten
    openingstijden kan melden.
  4. Er is adequate pechhulp in Nederland. Voor andere landen
    geldt pechhulp alleen als partijen hebben afgesproken dat de fiets in deze landen gebruikt
    mag worden.
  5. Onder adequate pechhulp wordt in ieder geval verstaan dat er vervangend, zoveel mogelijk
    gelijkwaardig, vervoer wordt aangeboden door de verhuurder indien een defect aan de fiets
    moet worden gerepareerd. De fiets zal meteen gerepareerd worden, tenzij dit in
    redelijkheid niet kan. Indien pech het gevolg is van eigen schuld, dan worden de kosten
    van de hulp niet door verhuurder vergoed.
  6. Verhuurder inspecteert de fiets direct bij inlevering door huurder op eventuele schade.
    Dit geldt zowel bij inlevering van de fiets bij de eigen vestiging als bij inlevering van de
    fiets op een andere vestiging van dezelfde winkel.

Artikel 12 – Aansprakelijkheid van de huurder voor schade

  1. Huurder is voor schade van de verhuurder per schadegeval aansprakelijk tot het op het
    huurcontract vermelde eigen risico. Bij fietsen is het eigen risico maximaal €150,-, bij
    elektrische fietsen maximaal €300,-.
  2. Wanneer de schade volgt uit iets wat de huurder in strijd met artikel 9 wel of niet heeft
    gedaan, dan moet huurder de schade van verhuurder in principe volledig vergoeden. Een
    eerste mogelijke uitzondering hierop is dat huurder bewijst dat dit handelen of nalaten aan
    hem niet toegerekend kan worden. Een tweede uitzondering zou kunnen zijn dat het niet
    redelijk en billijk is als de huurder alles moet vergoeden.
  3. Huurder blijft aansprakelijk voor schade van de verhuurder ontstaan tot het tijdstip waarop
    verhuurder feitelijk de fiets heeft geïnspecteerd of heeft laten inspecteren. Verhuurder zal
    de fiets bij eerste gelegenheid inspecteren en zal huurder direct informeren als er schade
    is ontdekt.
  4. Als huurder een andere persoon op de fiets als passagier meeneemt of wanneer huurder
    een andere persoon de fiets laat gebruiken, dan is huurder aansprakelijk voor wat deze
    personen doen of juist niet doen in overeenstemming met artikel 12 lid 1 en 2 van deze
    algemene voorwaarden.

Artikel 13 – Gebreken aan de fiets en aansprakelijkheid van de verhuurder

  1. Wanneer huurder aan verhuurder vraagt om gebreken op te lossen, moet verhuurder dit in
    principe doen. Dit hoeft niet als een gebrek echt niet verholpen kan worden. Het hoeft ook
    niet, wanneer huurder dit redelijkerwijs eigenlijk niet van verhuurder kan vragen, gelet op
    het geld dat verhuurder hiervoor zou moeten uitgeven. Als huurder ten opzichte van
    verhuurder aansprakelijk is voor het gebrek of voor de gevolgen van het gebrek, hoeft de
    verhuurder de gebreken ook niet op te lossen, zelfs al heeft de huurder hier wel om
    gevraagd.
  2. Wanneer iemand die persoonschade heeft opgelopen deze schade heeft kunnen verhalen
    op diens schadeverzekeraar of wanneer zo iemand hier een andere uitkering voor heeft
    gekregen, dan is verhuurder niet aansprakelijk voor deze persoonschade.
  3. Dat wat in artikel 13 lid 2 staat, gaat echter niet op, als er persoonschade is, terwijl de
    verhuurder bij het maken van de huurafspraak van de gebreken wist of had moeten weten,
    of terwijl er gebreken zijn ontstaan door opzet of grove schuld van verhuurder.
  4. De opgegeven actieradius van een elektrische fiets is niet meer dan een schatting

Artikel 14 – Schade en reparaties

  1. Reparaties aan de fiets zijn voor rekening van verhuurder, tenzij de reparatie het gevolg is
    van onzorgvuldig gebruik van de fiets.
  2. Pas na toestemming van de verhuurder mag huurder iemand anders dan de verhuurder de
    fiets repareren. Verhuurder geeft deze toestemming indien dat in redelijkheid nodig is, gelet
    op het gebrek zelf en de andere omstandigheden.
  3. Als uitzondering op lid 2 is het huurder toegestaan om voor eigen rekening en risico lekke
    banden en lampjes en batterijen van de fietsverlichting te (laten) repareren of vervangen.
    Daarvoor is dus geen toestemming van verhuurder nodig.
  4. Als de fiets schade heeft tijdens de huurperiode, dan moet huurder de beschadigde fiets
    terugbrengen naar de vestiging waar deze gehuurd is. Partijen kunnen bij het melden van
    de schade afspreken dat dit op een andere locatie gebeurt.
  5. Huurder moet schade aan de fiets zo snel als dit redelijkerwijs mogelijk is bij verhuurder
    melden.
  6. Indien verhuurder de verhuurde fiets niet tijdig repareert, terwijl verhuurder dat wel zou moeten doen, dan mag huurder de reparatie zelf (laten) doen en mag hij om vergoeding van zijn redelijke kosten vragen.
  7. Verhuurder is verplicht schade die is ontstaan door een gebrek aan de fiets in
    de volgende situaties te vergoeden:
    • het gebrek was bij het aangaan van de huurovereenkomst al aanwezig en
      verhuurder wist hier van af of had van de gebreken af moeten weten;
    • het gebrek zat er toen al, maar verhuurder heeft op het moment van de
      afspraak aan huurder gemeld dat de fiets het gebrek niet had;
    • het gebrek is ontstaan na het aangaan

Artikel 15 – Ontbinding van de huur

  1. Verhuurder kan de huurovereenkomst beëindigen en de fiets terugnemen op het moment
    dat:
    • huurder tijdens de huurperiode een of meer van zijn verplichtingen niet, niet tijdig of niet
      volledig nakomt, tenzij dit niet ernstig genoeg is voor een ontbinding;
    • huurder overlijdt, onder curatele wordt gesteld, surseance van betaling aanvraagt, in staat
      van faillissement wordt verklaard of op hem de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen
      van toepassing wordt verklaard;
    • verhuurder van het bestaan van omstandigheden afweet die van zodanige aard zijn dat
      hij als hij hiervan op de hoogte was geweest- de huurovereenkomst niet (op deze wijze)
      met huurder zou zijn aangegaan. In dat geval kan verhuurder een vergoeding van kosten,
      schade en rente blijven vragen.
  2. Huurder zal alle medewerking aan verhuurder verlenen om de fiets terug te geven.
  3. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade van huurder als gevolg van ontbinding op
    grond van dit artikel.

Artikel 16 – Klachten en Bemiddelingsregeling

  1. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten volledig en duidelijk omschreven
    worden ingediend bij verhuurder, op tijd nadat huurder heeft ontdekt dat er naar zijn
    mening iets niet goed is gegaan. Is huurder te laat, dan kan deze zijn rechten verliezen.
  2. Wanneer blijkt dat huurder niet tevreden is met het resultaat van de klachtafhandeling door
    verhuurder geldt het volgende. Huurder kan een geschil binnen zes weken na het ontstaan
    voorleggen aan BOVAG Bemiddeling. De bemiddelingspoging gaat volgens een reglement
    dat huurder en verhuurder vooraf ter kennis is gebracht. Het adres van BOVAG
    Bemiddeling is: Postbus 1100, 3980 DC te Bunnik. Telnr. 030 – 569 53 95. De klacht moet
    wel gaan over de uitlegging of uitvoering van deze algemene huurvoorwaarden. Huurder
    kan er uiteraard ook voor kiezen de klacht aan de geschillencommissie voor te leggen.

Artikel 17 – Geschillenregeling

  1. Geschillen tussen huurder handelend voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of
    beroepsactiviteiten vallen en verhuurder over de totstandkoming of de uitvoering van
    overeenkomsten met betrekking tot door verhuurder te leveren of geleverde diensten en
    zaken, kunnen, met inachtneming van het hierna bepaalde, zowel door huurder als
    verhuurder worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Voertuigverhuur. Adres: De
    Geschillencommissie, Postbus 90600, 2509 LP te Den Haag (bezoekadres: Borderwijklaan
    46, 2591 XR te Den Haag).
  2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien
    huurder zijn klacht eerst tijdig bij verhuurder heeft ingediend. Een geschil ontstaat indien
    de klacht van huurder niet naar tevredenheid door verhuurder en/of via de
    bemiddelingspoging van BOVAG Bemiddeling is opgelost.
  3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil uiterlijk 12 maanden na de
    datum waarop de huurder de klacht bij de verhuurder indiende, schriftelijk of in een andere
    door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze aanhangig worden gemaakt. Van
    een geschil is sprake nadat de klachtafhandeling door verhuurder en/of via de
    bemiddelingspoging van BOVAG Bemiddeling niet is opgelost.
  4. Wanneer de huurder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is
    verhuurder aan deze keuze gebonden. Indien verhuurder een geschil aanhangig wil maken
    bij de Geschillencommissie, moet hij huurder vragen zich binnen vijf weken uit te spreken
    of hij daarmee akkoord gaat. Verhuurder dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het
    verstrijken van de voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig
    te maken.
  5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor
    haar geldende reglement. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden
    krachtens dat reglement bij wege van bindend advies. Het reglement wordt desgevraagd
    toegezonden.
    Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd.
  6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd
    van geschillen kennis te nemen.

Artikel 18 – Nakomingsgarantie

  1. BOVAG staat garant voor de nakoming van de bindende adviezen door haar leden indien
    verhuurder geen gevolg geeft aan het bindend advies, tenzij het lid besluit het bindend
    advies binnen twee maanden na de verzending ervan ter toetsing aan de rechter voor te
    leggen en het vonnis waarbij de rechter het bindend advies onverbindend verklaart in
    kracht van gewijsde is gegaan.
  2. De garantstelling van BOVAG betreft een door BOVAG uit te keren bedrag van maximaal
    €450,- tegen cessie van de vordering van huurder. Bij bedragen groter dan €450,- per
    geschil, keert BOVAG onder dezelfde voorwaarden het maximale bedrag van €450,- uit aan
    huurder. Voor het meerdere wordt huurder aangeboden om zijn vordering aan BOVAG te
    cederen, waarna BOVAG de betaling daarvan zo nodig in rechte zal vragen. BOVAG verbindt
    zich in dat geval om geïncasseerde gelden aan huurder over te dragen.
  3. De garantstelling bedoeld onder lid 2 geldt niet indien een rechter het bindend advies
    vernietigt.
    In geval van faillissement, surseance van betaling of bedrijfsbeëindiging van verhuurder
    keert BOVAG alleen een bedrag tot maximaal €450,- per geschil uit en geldt de
    garantstelling alleen als huurder aan de formele verplichtingen heeft voldaan om het
    geschil bij de Geschillencommissie Voertuigverhuur aanhangig te maken voordat van een
    dergelijke situatie sprake is.

Artikel 19 – Verwerking van persoonsgegevens van de huurder en van de bestuurder

De persoonsgegevens die worden vermeld op het contract worden door verhuurder al
verantwoordelijke in de zin van de Wet Bescherming Persoonsgegevens verwerkt in een
persoonsregistratie.
Aan de hand van deze verwerking kan verhuurder uitvoering geven aan deze voorwaarden, de
overeenkomst uitvoeren, huurder of bestuurder optimale service en actuele productinformatie
geven en huurder of bestuurder gepersonaliseerde aanbiedingen doen.
Huurder en bestuurder kunnen om inzage en correctie met betrekking tot de verwerkte
persoonsgegevens verzoeken en verzet aantekenen. Betreft het direct mailing, dan zal een
dergelijk protest steeds worden gehonoreerd.

Artikel 20 – Toepasselijk recht
Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.

Contact Webshop